In het Waals-Brabantse Rebecq runt Sophie Keymolen, samen met haar ouders Lucienne en Joseph, en haar broer Étienne, een bedrijf dat gespecialiseerd is in de verkoop, diensten na verkoop en herstellen van landbouw-, industriële en handlingmachines. Ze vertelt over haar job, haar plaats in het familiebedrijf, haar kijk op de sector, haar positie als vrouw én haar ambities.
Keymolen Agri werd in 1965 opgericht door Victor Keymolen, de grootvader van Sophie. De ouders van haar vader waren afkomstig van Merchtem. Ze namen in de jaren 50 een boerderij over in Rebecq. Door problemen met zijn gezondheid stopte hij met veeteelt. Hij kreeg de kans om landbouwproducten en -machines te verkopen. De tuinbouwsector kwam er nadien bij, dat werd uiteindelijk de hoofdactiviteit. In 1980 verdeelden zijn 2 zonen de 2 takken van het bedrijf. Henry, de oom van Sophie, nam de tuinbouwafdeling over en mijn ouders legden zich toe op de landbouwactiviteiten.
Hoe ontwikkelde het bedrijf zich verder?
Mijn ouders werkten heel hard aan de verdere uitbouw van Keymolen Agri. Mijn broer en ik stapten eind 2004 in het bedrijf, met de ambitie om het verder te zetten. Ik ben trots op hun werk en het bedrijf dat ze ons zullen doorgeven. Ik herinner me nog de eerste gebouwen, de winkel in de stal, het kantoor in huis… Ze legden een hele weg af. Voor mijn ouders was de zaak hun eerste kind. Ze hebben er veel voor opgeofferd. Het was een levenskeuze die er vandaag voor zorgt dat wij een gezond bedrijf in handen krijgen, mét een goede reputatie. Ik ben altijd blij wanneer ik zie dat ons bedrijf toch wel bekend is in de sector.
Hoe verklaar je die bekendheid?
We hebben dit volledig te danken aan de inzet en de visie van onze ouders. Ze hebben altijd een kwaliteitsvolle service en professionaliteit vooropgesteld. Daarom beperkten ze ook het gamma aan merken. Mijn broer en ik willen die aanpak verderzetten. Onze bekendheid moet niet komen van de merken die we vertegenwoordigen, maar van de klantgerichte service die we bieden. Bij ons weet je met wie en wat je te maken hebt. Dat gebeurt vaak behoorlijk direct, maar het heeft als voordeel dat het duidelijk, eerlijk en zonder onaangename verrassingen is.
Wilde je altijd al in het familiebedrijf stappen?
Ik volgde een licentiaat in Handels- en Consulaire Wetenschappen. Ik heb mijn studies niet specifiek gekozen met de idee om later in het familiebedrijf te stappen, maar de commerciële en managementaspecten hebben me altijd geïnteresseerd. De appel valt nooit ver van de boom. Na 4 jaar studeren, voelde ik echter de wens van mijn ouders om bij hen te werken. Dat was niet verplicht, maar ik wist dat ik hen zou ontgoochelen als ik het niet zou doen. Bewust ging ik wel eerst elders werken. Ik liep 6 maanden stage als assistent marketing en inkoop in een bedrijf in Lyon. Toen werd ik mij voor de eerste keer bewust hoe gehecht ik ben aan de landbouwsector. Ik ben altijd blij om eens over iets anders dan tractoren te kunnen praten, maar toen ik ginder was, kon ik het niet laten om de activiteiten op het veld te volgen of om mij om te draaien als een machine passeerde. Door deze stage groeide het besef dat ik moest kiezen voor een loopbaan in ons bedrijf. Daar kon ik verder groeien en leren om de juiste beslissingen te nemen. Ik denk dat ik mezelf iets wilde bewijzen. Ik heb ambitie en wilde zeker weten dat ik hier kon openbloeien.
En is dat vandaag ook het geval?
Ik denk het wel. Ik zorg, samen met mijn moeder, onder meer voor de administratie. Dat is natuurlijk noodzakelijk voor de goede werking van het bedrijf. Daarnaast volg ik de evolutie in de sector, neem deel aan vergaderingen en volg ook de ontwikkelingen inzake wetgeving. Ik weet dat ik mezelf altijd kan heruitvinden in het bedrijf en waarom zou ik niet op een dag een nieuwe richting kunnen inslaan? Ons sterke punt is de service en op dat vlak draag ik niet zoveel bij. Dat is de verdienste van mijn broer, het is dus normaal dat hij meer invloed heeft bij bepaalde beslissingen. Ik geloof echter dat ik ook over de muren kijk en nieuwe perspectieven aangeef. We vullen elkaar aan en dat moet we koesteren.
Is het moeilijk om in familieverband te werken?
Zoals met alles, heeft dit voor- en nadelen. Je moet leren dat iedereen zijn rol heeft. Ons bedrijf is soms te klein, soms te groot. We hebben allemaal onze taken, maar we nemen alle beslissingen samen. We zouden misschien sommige zaken nog meer moeten delegeren, elk zijn specifieke thema’s laten behandelen, zelfs al zijn ze interessant om over te discussiëren en standpunten te delen. Twee generaties die samenwerken dat betekent ook 2 visies. Mijn broer en ik zijn vaak strikter in onze beslissingen, in tegenstelling tot onze ouders. Er is soms een verschil in visie. Waar zij voortdurend aan het werk waren en wij hen in hun professionele bezigheden moesten volgen, kiezen wij er sneller voor om pauzes te nemen om van de momenten met onze kinderen te genieten.
Denk je dat je evenveel zal kunnen bereiken als je ouders?
Het is duidelijk dat we nooit zoveel zullen kunnen realiseren als zij. Maar dat is normaal, dat is de evolutie. Na een periode van groei bereik je als bedrijf een bepaalde stabiliteit. Het is daarom belangrijk om de onderneming voldoende te verankeren. Ik denk dat we het op een andere manier zullen laten evolueren. Dat zal meer via strategische beslissingen verlopen of door aanpassingen in te voeren omwille van een veranderende landbouw. De manier waarop we het bedrijf nu leiden en met onze klanten omgaan, is al anders. Vandaag krijgen we tijdens de weekends minder vragen, maar de algemene werkdruk is groter. Ook het personeelsluik is niet evident. Het is moeilijk om goede werknemers te vinden én te houden. We geloven erin en we leiden hen op, maar als ze vertrekken… verliezen we die investeringen. In onze sector zijn de gezochte profielen complex. Je moet niet alleen mecanicien zijn, maar ook informaticus gezien de evoluties in de landbouw. Daarbovenop twee- of drietalig gezien de regio waarin we werken. Ik denk dat de veelzijdige omgeving waarin onze medewerkers kunnen evolueren heel bevredigend is. Maar onze ambities en verwachtingen liggen hoog. De evolutie van de kosten van het materiaal en de financiële situatie op bepaalde boerderijen zijn andere elementen die ons ertoe aanzetten ons werk anders te bekijken. We zullen waarschijnlijk niet zoveel doen als onze ouders, maar als we het bedrijf draaiende kunnen houden en ons kunnen heruitvinden in het kader van de complexe evolutie van de samenleving, is het al een groot succes.
Krijg je, als vrouw, voldoende respect in de sector?
Mijn integratie en aanvaarding in deze – soms macho – omgeving werd zonder twijfel gemakkelijker door 2 aspecten: ik ben niet alleen ‘de dochter’ van het bedrijf, maar ook dé dochter van Joseph Keymolen. Toen ik startte, zorgde ik eerst voor rechtszaken, aanmaningen… Wanneer ik klanten belde, werd dit niet altijd even goed onthaald, maar het werd snel een vanzelfsprekendheid omdat ik de dochter des huizes was. Ik profiteerde ook van mijn papa’s uitstraling. Hij staat bekend om zijn openhartigheid, dus is het logisch dat ik ook graag het woord neem en zeg wat ik denk, net zoals hij. Toch dragen we als vrouw vaak de stempel ‘moederlijk’ of ‘niet zo bekwaam’. We worden al snel gedegradeerd om voor de koffie te zorgen. Men onderschat ook ons vermogen om technische onderwerpen te begrijpen en te bespreken. Maar ik denk dat het aan onszelf is om hierboven te staan, te weten wat we willen en wat het beste is voor ons en/of onze onderneming. De verkoop trekt mij bijvoorbeeld aan. Ik vind het leuk om met mensen te praten, maar… een vrouw die op een boerderij aankomt, wordt meer getest. Men vindt ons minder geloofwaardig. Ik leerde dit los te laten. Een goede verkoper doet zijn werk goed.
Jij doet ook wat aan politiek?
Ja, dat gebeurde eerder toevallig. In 2000 bood de toenmalige burgemeester mama een plaats aan op zijn lijst. Ze was niet geïnteresseerd, dus dachten ze vervolgens aan mij. Ik had het niet echt verwacht, maar het was een kans om een kijkje achter de schermen van de politiek te nemen. Ik had er zin in en nam deel aan de vergaderingen. In 2004 bood Serge Kubla (MR) mij, op aanbeveling van de collega’s en tot mijn verbazing, een plaats aan op zijn regionale lijst. Ik zag dit als een nieuwe uitdaging. In 2012 werd ik voor 6 jaar verkozen tot voorzitter van het OCMW van Rebecq. Mijn mandaat eindigde na de vorige verkiezingen, maar het was een ongelooflijk avontuur voor mij. Het was een hele ervaring met nieuwe uitdagingen en vaardigheden, ook andere dan louter financieel. Ik maakte er een erezaak van om te blijven wie ik was en voorrang te geven aan het collectief belang.
Mijn functies als voorzitter van het OCMW en beheerder bij Keymolen Agri hebben me bij elk van mijn jobs geholpen. Bij het OCMW vond ik het heel leuk om met initiatieven te komen die ondersteund werden door onderbouwd en objectief advies. Ik waardeerde ook echt de menselijke kant. Dit werk stelde me in staat om veel zaken in het juiste perspectief te plaatsen. We mopperen vaak, maar daar realiseer je pas dat er heel wat mensen zijn die het veel slechter hebben dan jezelf, en met een veel minder bevoorrechte levensloop dan de jouwe.
Denk je dat je hier nog verder ingaat?
Ik hield echt van dit mandaat, maar ik weet dat mijn engagement in het familiebedrijf me ooit kan tegenhouden. Ik kan me niet aan allebei voor de volle 100% wijden. Vandaag werk ik weer voltijds voor Keymolen Agri, ik zet me hier volledig voor in. Ik neem echter nog altijd een beetje deel aan het politieke leven van de gemeente. Het is niet omdat ik in de oppositie zit dat ik me niet meer moet inzetten voor de mensen die me vertrouwden. Ik wil niet lastig doen of me opwerpen om te laten zien dat ik er ook nog ben, maar eerder concreet en constructief advies geven.
“Een andere weg bewandelen, kan toch naar een evengoed resultaat leiden!”
Een gezinsleven is niet gemakkelijk als je ambitie hebt?
Ik heb gelukkig een echtgenoot die me enorm steunt. Het is dankzij hem dat ik zoveel tijd kan spenderen aan de zaken waarvan ik hou. Weten dat hij voor onze 2 zonen kan zorgen, dat hij klaar staat om me te vergezellen en te steunen in al mijn projecten. Dat is van onschatbare waarde. Het is hoog tijd dat iedereen beseft dat een vrouw en een moeder ook ambitie kan hebben en even veel kan bereiken als een man. Er staat nergens dat we alles hetzelfde moeten aanpakken als mannen. We werken misschien anders, maar het heeft geen zin om ons te vergelijken. Als we tot hetzelfde resultaat komen, wat is dan het probleem? Een andere weg bewandelen, kan toch leiden tot een evengoed resultaat. Ik heb ook een beetje moeite met het idee dat wanneer je als vrouw een stapje opzij zet en tijd neemt voor je kinderen, dat je dan verwijten krijgt. En dat het nadelig is voor je loopbaan. Waarom is het verkeerd om samen met je kinderen huiswerk te maken of om hen te vergezellen naar de ene of de andere activiteit? We helpen hen de volwassenen van morgen te worden en het laat ons toe om ons open te stellen voor andere situaties. Mannen leven misschien meer in hokjes, vrouwen hebben waarschijnlijk meer voeling met hun omgeving. Het maakt niet uit of je een andere route naar hetzelfde einddoel neemt.
Ben je dan voor of tegen vrouwendag?
Wat me stoort aan vrouwendag is… dat we het nog altijd moeten doen! Het geslacht is onbelangrijk, je moet de persoon zijn vaardigheden en capaciteiten waarderen. We hebben er allemaal en we kunnen ze op verschillende manieren inzetten en toch vergelijkbare doelen bereiken.
Hoe kijk je terug en vooruit?
Ik ben blij met wat ik tot nu toe bereikt heb. Ik stel mezelf doelen en ben er trots op dat ik ze heb bereikt. Ik wil vandaag op dezelfde manier verder doen, eerlijk en oprecht, met een positieve kijk naar de toekomst. Ik hoop bij Keymolen Agri mijn steentje bij te dragen. We moeten niet aarzelen om ons beroep naar waarde te schatten, we moeten onszelf durven heruitvinden in het licht van de agrarische context. Mensen hebben dikwijls een verouderd beeld van de landbouw, ze ervaren de complexiteit ervan niet. Daarom is het belangrijk om in contact te komen met mensen van buiten de sector, om hun visie te begrijpen, om beter te leren communiceren en in dialoog te gaan met hen. We hebben soms ooglappen op, waardoor we niet meer beseffen hoe anderen onze manier van werken ervaren. Kortom, ik zit vol ideeën en ik ben klaar om uitdagingen aan te gaan.